Gescheiden pensioen
Conversie bij huwelijksbreuk straks standaard
Na een echtscheiding wordt het pensioen straks automatisch verdeeld over beide ex-partners. Dat wil minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit jaar doorvoeren. Dat voorkomt dat ex-partners levenslang afhankelijk van elkaar blijven voor beslissingen over hun pensioen.
Na een echtscheiding heeft de ene ex-partner recht op de helft van het pensioen dat de andere ex-partner tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap heeft opgebouwd. Dat is sinds 1 mei 1995 vastgelegd in de Wet verevening van pensioenrechten bij scheiding. Op basis van deze wet zijn er twee mogelijkheden om de pensioenrechten te verdelen: het verevenen van pensioenaanspraken of conversie van de te verdelen pensioenaanspraken.
Dit jaar wordt conversie standaard bij echtscheiding. Minister Wouter Koolmees heeft hiervoor een wetswijziging in voorbereiding. “In de huidige praktijk blijkt dat ex-partners nu veelal levenslang aan elkaar verbonden blijven en dus afhankelijk van elkaar zijn”, zegt Arjan Vaes, pensioenspecialist bij Robbe Financiële Raadgevers. “Door te kiezen voor conversie wordt de wederzijdse afhankelijkheid definitief verbroken. De ex-partner verkrijgt dan een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen en kan straks zelf keuzes maken wat betreft de gewenste ingangsdatum en de vorm van het pensioen, bijvoorbeeld de eerste jaren een hoger pensioenuitkeringen en daarna een lagere uitkering.” Ook zal het partnerpensioen alleen verdeeld worden over de huwelijkse periode, zoals nu bij het ouderdomspensioen het geval is. De vóórhuwelijkse periode blijft buiten beschouwing.
Opbouwbasis
Op grond van Wet verevening van pensioenrechten bij scheiding hebben de ex-partners recht op de helft van het tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap opgebouwd ouderdomspensioen. Ook samenwonenden met een notariële akte kunnen in principe afspraken maken om het pensioen te verdelen als de relatie wordt verbroken.
De verdeling van het partnerpensioen is geregeld in de Pensioenwet. Alleen als het partnerpensioen op opbouwbasis is gefinancierd, kan er sprake zijn van een verdeling. Opbouwbasis wil zeggen dat het partnerpensioen ook daadwerkelijk op basis van een kapitaalopbouw heeft plaatsgevonden. De pensioenuitvoerder heeft een potje met geld staan om het partnerpensioen later op de pensioendatum uit te betalen. In de wet is opgenomen dat ook de vóórhuwelijkse periode aan de ex-partner toekomt, dus niet alleen de helft over de huwelijkse periode, zoals dat bij het ouderdomspensioen van toepassing is.
“Helaas zien wij echter steeds vaker dat het partnerpensioen op risicobasis is verzekerd”, zegt Vaes. “Als een werknemer tijdens het dienstverband komt te overlijden, is er sprake van een levenslange uitkering voor het partnerpensioen, maar gaat een werknemer uit dienst, dan komt de dekking voor het partnerpensioen te vervallen. Omdat deze verzekering geen waardeopbouw heeft, kan deze dus ook niet verdeeld worden.”
In de Pensioenwet is bepaald dat al het partnerpensioen dat tot aan de datum van echtscheiding is opgebouwd, bij overlijden naar de ex-partner gaat. Dit is dus niet alleen het partnerpensioen wat gedurende de huwelijkse periode is opgebouwd. “In de praktijk zien wij dat hier erg veel onduidelijkheid over is. Het ouderdomspensioen wordt namelijk verdeeld over de huwelijkse periode, maar het partnerpensioen kent dus ook een vóórhuwelijkse periode.”
Wanneer het partnerpensioen is verdeeld, heet het vanaf dat moment het bijzonder partnerpensioen. Dat geldt bij een echtscheiding, maar ook bij het verbreken van een geregistreerd partnerschap en of bij beëindiging van een samenlevingsovereenkomst.
Bij de keuze voor verevening dient met de consequenties van het overlijden van één van de partners rekening gehouden te worden. Bij verevening krijgt de pensioengerechtigde partner 50% van het opgebouwde ouderdomspensioen en de ex-partner de andere 50% toebedeeld, ingaande op de pensioendatum van de pensioengerechtigde. Als de ex-partner vóór deze pensioendatum komt de overlijden, komt het deel van de pensioenverevening weer ten goede aan de pensioengerechtigde en groeit het ouderdomspensioen weer aan tot 100%.
Op grond van het aan de ex-partner toegekende partnerpensioen, heeft deze, ongeacht het tijdstip van overlijden van de pensioengerechtigde, bij diens overlijden recht op het ten tijden van de echtscheiding toegekende partnerpensioen.
Gekozen pensioendatum
Conversie houdt in dat de aanspraak op ouderdomspensioen wordt omgezet in een zelfstandig eigen recht op ouderdomspensioen, op een zelf te kiezen pensioendatum. Dit is een groot verschil met de huidige meest voorkomende verdeling op basis van verevening. De ex-partner krijgt bij conversie op de eigen pensioenleeftijd het verevende deel van het ouderdomspensioen en indien van toepassing het bijzonder partnerpensioen. Er is dus geen afhankelijkheid meer van het al dan niet in leven zijn van de oorspronkelijke pensioengerechtigde. Ook is men bij conversie niet meer afhankelijk van de gekozen pensioendatum van de ex-partner.
Bij verevening krijgt de ex-partner het pensioen pas uitbetaald op het moment dat de ex-partner zelf met pensioen gaat. Er is dus geen zelf te kiezen pensioendatum. “In de praktijk zien wij steeds meer zaken waarbij dit gaat knellen”, signaleert Vaes. “Door de oplopende pensioendatum, thans voor velen 68 jaar, en de mogelijkheid om het pensioen uit te stellen, bijvoorbeeld omdat men langer blijft werken, krijgt de ex-partner steeds vaker het verevend pensioen later uitbetaald.”
Het pensioen bij conversie is zowel voor de oorspronkelijke pensioengerechtigde als voor de ex-partner hoger, maar er is na het overlijden van een van beiden, voor de ander, geen overgang van het ouderdomspensioen, respectievelijk geen nabestaandenpensioen meer. Na de wetswijziging die minister Koolmees in voorbereiding heeft, wordt conversie straks de standaard bij echtscheiding.
Binnen twee jaar
De gemaakte afspraken aangaande de pensioenverdeling moeten ex-partners binnen twee jaar doorgeven aan de pensioenuitvoerder. “Als je dat vergeet of te lang uitstelt, moet je de uitbetalingen van het pensioen zelf gaan regelen met je ex-partner. In de praktijk geeft dit veel rompslomp en dienen beiden de betalingen op te nemen in de belastingaangifte.” Minister Koolmees wil de verdeling nu automatisch gaan regelen, om kwetsbare partners zo beter te beschermen en om te zorgen dat beide ex-partners meer regie over de eigen financiële planning krijgen.
“Op zich is het goed dat op termijn de pensioenverdeling gaat plaatsvinden op basis van conversie, zodat de levenslange afhankelijkheid tussen ex-partners definitief wordt verbroken”, vindt Vaes. “De vereveningsgerechtigde krijgt een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen en kan zelf keuzes maken wat betreft de pensioendatum en de mate van flexibilisering.” De geconverteerde pensioenaanspraak is straks terug te zien op het Uniform Pensioen Overzicht en via de website Mijnpensioenoverzicht.nl. “Op dit moment is het verevend ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen niet altijd in beeld.”
Alimentatie
Veelal is er sprake van alimentatie gedurende een bepaalde periode. Mocht de vereveningsplichtige komen te overlijden gedurende de periode van alimentatie, dan vervalt de alimentatie en heeft de ex-partner geen inkomen meer. Veelal verkrijgt de ex-partner een uitkering via uitbetaling van het bijzonder partnerpensioen. “Dit is straks niet meer het geval. Omdat conversie de standaard wordt, moet men goed beseffen dat het bijzonder partnerpensioen komt te vervallen.”
Als een ex-partner geen zelfstandig inkomen heeft en die de eerste jaren afhankelijk is van alimentatie, is het verstandig om in privé een overlijdensrisicoverzekering aan te gaan op het leven van de ex-partner, vindt Vaes. “Bij diens overlijden volgt namelijk een uitkering die in plaats komt van de alimentatie en het bijzonder partnerpensioen. Hierdoor is toch een vorm van aanvullend inkomen veilig te stellen.”