09 november 2016 / Administratie
Terugvragen btw op oninbare vorderingen voortaan via aangifte
Ondernemers die een factuur sturen aan een klant, dienen de btw direct te voldoen aan de Belastingdienst. Als de klant de factuur uiteindelijk niet of slechts gedeeltelijk betaalt, kunt u als ondernemer de btw terugvragen aan de Belastingdienst. Dit verzoek kan worden ingediend zodra duidelijk is dat de vordering definitief oninbaar is. Maar wanneer is een vordering nu definitief oninbaar? Het vaststellen van dit moment leidt vaak tot discussies met de Belastingdienst.
Per 1 januari 2017 wordt de procedure voor teruggaaf van btw vereenvoudigd. De btw kan in het vervolg namelijk gewoon in de reguliere btw-aangifte zelf worden teruggevraagd. De factuur wordt oninbaar geacht één jaar na het tijdstip waarop de vordering opeisbaar is geworden. Mocht achteraf blijken dat (een gedeelte van) de vordering alsnog wordt ontvangen, dan ontstaat een verplichting tot terugbetaling van de eerder ontvangen btw aan de Belastingdienst.
Consequenties voor de debiteur
De vereenvoudigde teruggaafregeling heeft ook consequenties voor de klant, oftewel de debiteur. Deze kan de betaalde btw aftrekken maar dit dient gecorrigeerd te worden op het moment dat duidelijk wordt dat de klant de factuur niet of slechts gedeeltelijk zal betalen. Op dit moment moet de in aftrek gebrachte btw van het niet betaalde factuurbedrag binnen twee jaar worden terugbetaald aan de Belastingdienst. Door de gewijzigde teruggaafregeling wordt dit teruggebracht naar een periode van één jaar.
Wilt u als ondernemer hier meer over weten? Neemt u dan contact op met één van onze fiscaal adviseurs. Zij helpen u graag!
Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op >