Nog weinig animo voor variabel pensioen

Nog maar weinig mensen kiezen voor een variabel pensioen. Die mogelijkheid bestaat nu een jaar, maar zowel de aanbieders van pensioenen als hun klanten zijn nog terughoudend. Dat meldt Het Financieele Dagblad.

Sinds de invoering van de Wet verbeterde premieregelingen op 1 september 2016 kan iemand die met pensioen gaat, kiezen uit twee soorten pensioen.

Bij een garantiepensioen, ofwel een vast pensioen, is de hoogte van de uitkering gegarandeerd. Bij een beleggingspensioen, een variabel pensioen, wordt het pensioenkapitaal gebruikt om mee te beleggen. De hoogte van het pensioen is daardoor ieder jaar anders, omdat die afhangt van onder meer de beleggingsresultaten en de marktrente.

Lage rente

Zoals gezegd was het tot september vorig jaar alleen maar mogelijk om een gegarandeerde pensioenuitkering aan te kopen met pensioenkapitaal. De hoogte van dit garantiepensioen is vooral afhankelijk van de marktrente. Die rente is de laatste jaren erg laag. Door deze lage rente valt het pensioen waarschijnlijk lager uit dan waarop eerder was gerekend.

Beleggen

De overheid ziet ook dat de lage rente gevolgen heeft voor de hoogte van pensioenuitkeringen. Daarom zijn de nieuwe regels vastgesteld. Sindsdien mag iemand zijn pensioenkapitaal beleggen, ook als diegene al met pensioen is. Het resultaat van de beleggingen heeft gevolgen voor de hoogte van het pensioen. Gaan de beleggingen goed? Dan kan het pensioen stijgen. Bij een slecht beleggingsjaar daarentegen kan iemand minder pensioen krijgen.

Vijf aanbieders

Tot nu toe zijn er vijf aanbieders van zo’n pensioen op basis van beleggen: Aegon, Allianz, Delta Lloyd, Nationale-Nederlanden en Zwitserleven. De meeste klanten kiezen echter nog voor een vaste pensioenuitkering, maar de verwachting is dat de belangstelling voor een variabele pensioen in de toekomst sterk zal toenemen en dat meer mensen ervoor zullen kiezen.

Gaat u bijna met pensioen? Wilt u weten of een variabel pensioen mogelijk interessant is voor u?